Wat een pech, de stroom is weg!

Niets is zo vervelend als een stroomstoring. Je bent net lekker aan het werk, de wasmachine draait, de lasagne schotel staat in de oven en je laptop is even aan het opladen. En dan: poef! Alle stroom is weg, alle apparaten vallen uit en je kan helemaal niets meer. Gelukkig gebeurt dit niet heel vaak in Nederland, in 3e wereldlanden is het nog heel gewoon dat de stroom het bijvoorbeeld alleen ’s nachts doet. We zijn echt helemaal afhankelijk geworden van elektriciteit, dus wat doe je als de stroom ineens uitvalt? Dan bel je met de storingsdienst van je energiebedrijf! Elektriciteit is namelijk een gevaarlijk fenomeen als je niet goed weet hoe je ermee om moet gaan. De storingsdienst bellen is daarom altijd een verstandig idee.

Als de apparaten in je huis ineens niet meer werken, dan weet je wel hoe laat het is: er is waarschijnlijk een overbelaste groep in de meterkast. Op dat moment zijn er twee mogelijkheden: de hoofdzekering is gesprongen of een bepaalde groep is overbelast. Dat laatste is meestal het geval. Een overbelaste groep wordt veroorzaakt doordat er teveel apparaten aan staan die allemaal tegelijker stroom opslurpen. Bijvoorbeeld als je de wasmachine, kookplaat en waterkoker tegelijkertijd aan hebt staan. De maximum capaciteit van de betreffende groep in de meterkast wordt dan overschreden en dus slaat de stop door en stopt de toevoer van stroom omdat er dan geen verbinding meer is tussen de elektriciteit en de apparaten. Dit probleem kan je oplossen door verschillende groepen beter te verdelen, als alle apparaten het goed doen. Als je denkt dat er kortsluiting is in één apparaat, dan kan je dat apparaat vinden door de stekkers van alle apparaten leehnavasor van de groep uit het stopcontact te halen en vervolgens de zekering te vervangen en de apparaten om de beurt weer aan te sluiten op de elektriciteit. Als laatste optie kan de groepenkast vervangen worden.